Puppet on a string

Soms heb je van die momenten dat je niet meer je leven leidt. Dat je niet meer het idee hebt dat jij ergens controle over hebt. Alsof iemand anders letterlijke de touwtjes in handen heeft.

Ik denk dat veel mensen zich nu zo voelen in deze crisis.

Sinds maart mag er niet zoveel. Er kon zoveel niet. Iedereen zat thuis en er zat geen einddatum aan.

Ik heb dat gevoel, wat we allemaal kennen, geprobeerd te vangen in een beeld. Omdat we allemaal wel eens het gevoel hebben dat we zelf de touwtjes weer in handen willen nemen.

Op de rommelmarkt

Vroeger was het altijd vaste prik: op Koninginnedag stonden mijn vader, zusje en ik op de rommelmarkt in Leeuwarden. Het was altijd de perfecte reden om de zolder en kamer op te ruimen en we hadden altijd genoeg spul om te verkopen. Het was ook altijd een goede manier om aan nieuwe stukken voor de verzameling te komen. Beren voor mijn zusje en olifanten voor mij. Inmiddels had ik er zoveel dat ik met een gedeelte van mijn verzameling in het Fries Museum had gestaan, maar er was altijd ruimte voor meer Olifantjes.

Een jaar stonden we de hele dag naast een mevrouw die ook heel veel olifantjes en Coca Cola spulletjes verkocht. Wat bleek, ze verzamelde heel actief olifantjes, maar was aan het opruimen geslagen. Uiteindelijk ging ik met een groot deel van haar olifantjes naar huis – veel daarvan had ik nog niet. De jaren daarop kwamen we elkaar steeds weer tegen. Soms kocht ze wat van mij en vaak kocht ik wat van haar.

We zochten elkaar altijd op en wisten altijd waar we stonden. Koninginnedag rommelmarkt voelde altijd als en grote gezellige familie. Aan het einde van de middag, tijdens de laatste Koninginnedag dat we haar zagen, kwam ze aan het einde van de dag kwam ze naar me toe met een grote tas, helemaal gevuld met olifantjes. Gewoon, zomaar. Ze wilde ze niet meer mee naar huis nemen. En er zaten een paar hele mooie tussen. Op dat moment barstte mijn kamer bijna uit zijn voegen zoveel olifantjes had ik. Voor veel mensen was het misschien een hoop ‘rommel’, maar voor mij was dat toen een heel mooi gebaar: iets wat jij niet meer nodig hebt, geven aan iemand die er heel erg blij mee is.

Verzamel ik nog steeds zo actief olifantjes? Nee. Ik hou het nu bij echt speciale dingen zoals Tuskers. Na mijn verhuizing naar Engeland, heb ik een heel groot deel van mijn verzameling heb ik gedoneerd aan Stichting Vrienden Van De Olifant. Dingen met emotionele waarde zitten nu nog in dozen. Veel van haar olifantjes heb ik niet meer en zijn naar de stichting gegaan. Ze hebben nu hun weg gevonden naar andere verzamelaars die er op hun beurt weer heel erg blij mee zijn, zoals ik toen ook was.

Wat is vrijheid voor mij

Vandaag is het 5 mei. Normaal zou ik vanmiddag in het Stadspark staan tussen de feestende mensen. Ik hou niet zo van grote groepen mensen, maar het bevrijdingsfestival is iets wat niet wil missen. Dit jaar moeten we op een andere manier vrijheid vieren en defineren wat dat in deze situatie is.

Van veel mensen hoor ik dat de nieuwe maatregelen grenzen aan de grondwet. Dat onze vrijheid ingeperkt wordt omdat we zoveel dingen niet mogen. Ik snap dat veel mensen zich opgesloten voelen. Beperkt in wat ze zo graag doen. Geen sociale uitjes meer, niet uiteten en niet met 10.000 man op een grasveld staan om bier te drinken.

De ene dag vind ik dat erger dan de andere. Vrijheid heeft in deze tijd een andere betekenis gekregen. Vrijheid voor mij, nu, is dat ik mijn werk overal kan doen, en dat het voor mij niet uitmaakt waar en wanneer dat is. Dat ik mijn bedrijf zo kan inrichten als ik wil, waar ik gelukkig van wordt.

Ik denk dat het helpt dat ik introvert ben, dat mijn versie van vrijheid niet afhangt of ik naar buiten kan of niet. Daar ben ik heel dankbaar voor. Ik snap ook dat dat voor sommigen niet zo is. Dat juist anderen het heel moeilijk hebben om vandaag niet uitgebreid de vrijheid te kunnen vieren.

Voor nu is dit de vrijheid waar we het mee moeten doen, een beperktere versie, maar wel een die er voor zorgt dat iedereen gezond blijft en dat iedereen straks die vrijheid kan vieren.

Corona Crisis

Bevroren. Zo voelde ik me sinds half maart. Paniek. Wat als ik straks geen klanten meer heb? Sinds het begin van de Corona crisis ging ik door met wat ik deed terwijl ik mijn inkomen terug zag lopen. Alsof iemand langzaam de wurggreep aantrok. Die vecht- en actiemodus was bij mij ver te zoeken. Tot vorige week.

De eerste zes weken waren weken van rouw. Van vloeken en tieren en toekijken of mijn inkomen waar ik zo trots op was (eindelijk geen bijstand meer) langzaam naar beneden viel. Voor mij geen rust om te reflecteren. Maar eerder paniek. Waar haal ik nieuwe klanten vandaan? Wat moet ik nou? Wat wil ik nou? Alle oude spoken vielen tegelijk weer uit de kast, waar ik ze zo netjes in had geduwd. Het zorgde voor een enorme creatieve blokkade. Overlevingsmodus was het woord. Krampachtig vasthouden wat je had.

Vorige week ging de knop om. Sinds ik met mezelf heb afgesproken dat ik elke dag een blog schrijf, maakt niet uit wat het is, is de blokkade ook vertrokken. Elke dag schrijf ik, en daarmee komen de nieuwe ideeën weer, zelfs een hele nieuwe dienst. En krijg ik weer lol in wat ik doe.

Ergens schop ik mezelf wel dat het zo lang heeft geduurd. Maar vandaag vroeg iemand me ‘is het echt zo lang die zes weken?’ Nee. Eigenlijk in perspectief niet. Maar ja, het is lang als je, je inkomen ziet dalen. Iets waar je zo hard voor gewerkt hebt. Ik was even uitgevochten. De geforceerde rust was nodig om het perspectief terug te krijgen.

Eigenlijk is dit net zoiets als een depressie. Als je het gevoel niet accepteert dat je, je even zo mag voelen, is het dweilen met de kraan open. Pas toen ik tegen mezelf zei dat het ok was om me even kut te voelen en dat ik niet meteen in de actiestand hoef, kwam de creativiteit weer terug. En daarmee de vechtlust, om weer al mijn energie in mijn business te stoppen, weer terug.

Dat had tijd nodig. Dus voor iedereen die nu worstelt: het is ok. Ja het is klote, maar soms is afstand nemen ook heel belangrijk. Je hoeft niet nu met hagel te gaan schieten en zo snel mogelijk weer online te komen. Soms mag je het even niet weten om daarna weer met volle energie verder te kunnen gaan.

A thousand tiny stars

Vorig jaar schreef ik een stuk tijdens het dieptepunt van mijn depressie en burnout. Het was voor mij een keerpunt en iets wat ik graag met jullie wil delen.

Fighting depression is like fighting quicksand: the harder you struggle, the worse it gets. The harder you fight, the worse the breakdowns get. The darker the world seems to become. Sometimes searching for the light is the one thing that brings out the darkness even more.

I’ve become accustomed to hiding away, not talk about it and pretend it’s not there. I wanted to make sure people wouldn’t feel awkward, strange, or worse, unaccepted around me. My whole life, I felt like I didn’t fit in like I didn’t belong. And that’s a lonely place to be. It’s the place where you start to crave attention, love, and acceptance from the wrong people: The asshole boss. The shitty boyfriend that claims your body whenever he feels like it. Desperate to find that one light that tells you, you are ok. You belong.

I can’t pinpoint the exact moment where my mood went dark, where the light days seemed like a faraway dream. At some point, I thought that this was just me, my personality. Dark periods, lighter periods. All ebbing and flowing like the sea. Replacing each other so smoothly you can’t find the edges. Sometimes with such violence that you don’t know up from down anymore. It all blurs together in one all-consuming swirl.

Only when I accepted the darkness and accepted it was ok to not ok, light returned. Not the stars, the moon and the sun, but the lights closer to me. The friends texting, asking if I was ok. The hugs that sweep me off my feet. The sleeping dogs on my lap. The older people smiling at me during my walks through the city. The friends that kept giving me pieces of their lights, knowing I couldn’t return at that moment, and still gave it anyway.

I was so busy fighting, I didn’t see it. And once I stopped, I noticed their light and how it had kept the small fire inside my soul burning.

Sometimes healing is not about fighting the darkness on your own. It’s sitting in the darkness until you recognise the light showing up as stars that are not light years aways anymore.

We are all made up of a thousand tiny stars.

Elke dag gratis mooie dingen

Ik zit aan de eettafel als ik ze ’s avonds in de schemer vanuit mijn oog voorbij zie flitsen. Ze schieten voor het raam langs met een ontzettende snelheid en een wendbaarheid waarmee ze net stuntpilioten lijken. Het mooie aan op vier hoog wonen, is dat we op de perfecte hoogte zitten om de vleermuizen te zien.

Elke avond, sinds de lente begonnen is, komen ze vliegjes en mugjes snoepen. Omdat we ook nog eens vlak aan de rand van de stad wonen, zitten hier ontzettend veel vleermuizen. En ik vind ze echt fascinerend. Ik kan uren aan tafel zitten of voor het raam staan om ze te bekijken. Sinds de avonden warmer worden en we een outdoor zitzak kochten, liggen we ook wel eens ’s avonds op het balkon in de Fatboy te kijken naar de vleermuizen die over ons hoofd voorbij schieten.

Het is een van mijn kleine geluksmomentjes op de dag. Net als het eerste kopje thee ’s ochtends, de morning pages in de ochtend, en ’s avonds knuffelen met mijn vriend.

Er is een moment geweest waarop ik deze kleine momenten van tafel veegde. Dat ik ze niet belangrijk genoeg vond omdat het niet groot genoeg was. Maar deze kleine momenten, als je vriend thee voor je neerzet terwijl je hard aan het werk bent, die zijn zo belangrijk. Ja het is leuk als je een grote opdracht binnenhaalt en ja het is leuk als je samen op vakantie kan. Maar die kleine momenten door de dag heen en soms ook de voorspelbaarheid van die momenten zorgen ervoor dat elke dag iets moois heeft.

Ooit zei er iemand tegen me: als je maar lang genoeg mooie dingen ziet, dan word je er blind voor. Dat wil ik proberen te voorkomen. Want juist die dingen, die ‘gratis’ mooie dingen, die wil ik nooit voor ‘gewoon’ aannemen en ik wil nooit stoppen met ze op te merken en te zien

Morning Magic, een goede start voor een productieve dag

Hoe begin je je dag nou echt productief. Daar zijn al een hoop dingen geschreven van beginnen met sporten, mediteren, je bed opmaken en vooral niet beginnen met e-mail. Marieke Frankema maakte er een journal voor: Morning Magic.

Morning magic Marieke Frankema

De Morning Magic methode bestaat uit een aantal stappen: een affirmatie, een kaart trekken, je taken op papier zetten, een stukje journallen, meditatie en beweging. Om alles op een plek te houden maakte ze er een journal voor. En niet zo maar één, maar een knoeper van een boek waar je voorlopig wel even mee vooruit kan.

Je kunt het boek op zichzelf gebruiken, of ter ondersteuning van het Morning Magic abonnement waarbij je dagelijks een routine in je mailbox krijgt om je dag goed te beginnen.

Zelf was ik al fan van schrijven in de ochtend, gewoon alles op papier dumpen. Als ik het eens een ochtendje oversla omdat ik niet genoeg tijd heb, of geen zin heb, dan weet ik zeker dat de rest van de dag niet soepel zal verlopen. Dan ben ik veel chagarijniger, minder creatief, minder productief, en gewoon niet zo gezellig.

Daarnaast is het schrijven ’s ochtends ook een soort warming up voor ik met mijn werk begin. Als topsporter ga je ook niet met koude spieren een record zetten.

Dus veel elementen van de methode waren niet nieuw voor me. Maar ik kan me voorstellen dat mensen die ’s ochtends, niet schrijven en voor wie wel, dit nieuw is en hier ontzettend veel baat bij gaan hebben.

Een dikke aanrader ook, want Morning Magic zit echt bomvol met de liefdevolle energie en stem van Marieke die er echt heel goed in is om je op een lieve manier in beweging te laten komen.

(oh en p.s. Ik mocht dit boek redigeren!)

Offline tijd om je creatieve batterij op te laden

Ik ben altijd online. Ook al zeg ik dat ik niet werk in het weekend. Ik ben altijd online. Mijn telefoon is altijd binnen handbereik en mijn mail check ik ook te vaak. En als schrijver is dat niet zo heel goed voor je creativiteit. Daarom ga ik dit weekend, vandaag, even een dagje helemaal offline.

Een aantal weken deed ik dat voor het eerst. Ik leverde mijn telefoon in bij mijn vriend, stopte mijn laptop in een tas en Netflix ging in de ban. Eerlijk gezegd kan ik me niet herinneren wanneer ik voor het laatst écht helemaal offline was, waarschijnlijk in de pre-internet tijd.

Heel eerlijk? Het was echt heerlijk. Ik had tijd om boeken te lezen, te wandelen, te schrijven, en gewoon heerlijk op de bank te hangen. Al die dingen waar ik mezelf nooit de tijd voor geef. Mijn hoofd kon even echt helemaal uitstaan en ik kreeg er alleen maar meer energie van. Het was gewoon echt ultiem zen.

Om daar te komen had ik een aantal spelregels voor mezelf gemaakt:

  • Geen telefoon, dus ook geen What’s App en geen Instagram
  • Geen Netflix, YouTube, of andere video content
  • Geen laptop en ALS ik wil schrijven dan alleen met de laptop in vliegtuigmodus
  • Kindle mag wel (want boeken)
  • En vooral geen to-do lijstje voor mijn offline.

Ik had echt geen idee dat ik zo’n behoefte had aan zo’n lege dag totdat ik hem had gehad. Ik kan dan ook niet wachten om dit weekend weer zo’n dag te doen en kijken of het net zo goed voelt als de vorige keer.

Wat ik leerde van het runnen van fantasyboeken.org

Op Halloween 2010 lanceerde ik Fantasyboeken.org. Blogs werden steeds meer een ding. Maar een contentplatform was iets waar veel mensen nog nooit van gehoord hadden. Maar ik had een duidelijke visie: Fantasyboeken.org zou de koploper worden op het gebied van het recenseren van fantasy boeken van Nederlandse bodem. En dat werd het.

Voor ik Fantasyboeken.org lanceerde liep ik al ruim een jaar met het idee. Ik recenseerde in die tijd boeken voor Crimezone, BOEKmagazine en nog wat andere kleinere sites. Ik las me een slag in de rondte en vloog rustig door 12 boeken per week (ja echt).

Toen ik tijdens mijn stage bij BOEKmagazine opperde dat we iets moesten schrijven over de Nederlandse fantasy auteurs werd dat bruut van tafel geveegd. Dat was voor kinderen en was geen echte literatuur. In die tijd begon Thomas Olde Heuvelt net bekend te worden met Leerling, Tovenaar, Vader en Zoon, was het genre nog niet zo mainstream en waren de fantasy festivals nog niet zo groot als ze nu zijn.

Tijdens de Fantasyboeken.org recensie workshop op Castlefest in 2014

Dus in 2010 schraapte ik al mijn moed bij elkaar en lanceerde zonder al te veel voorbereiding (uitgeverijen moesten er in eerste instantie niets van weten) Fantasyboeken.org. Het enthousiasme van fantasy lezend Nederland was zo overweldigend dat ik al snel alleen het aantal boeken en interviews niet meer aan kon. De bezoekersaantallen schoten omhoog en het aantal recensenten wat voor mij werkte ook. Voor ik het wist runde ik een redactie.

Als ik daar nu op terugkijk ben ik nog steeds verschrikkelijk trots op alles wat het me gebracht heeft. Het heeft mij toen op de kaart gezet als recensent, als expert, heeft me bijna een baan als redacteur bij Luitingh-Sijthoff gescoord, en een ontzettend groot netwerk. Maar er zijn ook een aantal dingen die ik er van geleerd heb:

1. Geen verdienmodel

Al die tijd is Fantasyboeken.org ‘liefdewerk oud papier’ gebleven. Ondanks dat we op het hoogtepunt met drie man hoofdredactie waren, en 6000 unieke bezoekers per maand hadden, konden we het niet voor elkaar krijgen om er een verdienmodel aan te hangen. Doodzonde, want dat is uiteindelijk de doodslag gebleken voor de site in 2015. We konden het niet meer de tijd, liefde en aandacht geven die het verdiende.

Als ik nu weer zoiets zou doen (en dat doe ik met Impact Less) zou ik van te voren goed nadenken over het verdienmodel en wat de reden is om de site te beginnen.

2. Een redactie runnen

Ik heb hier voor het eerst geleerd om een redactie te runnen. En daar heb ik veel fouten in gemaakt. Ik heb mensen aangenomen die niet in het team paste, ik heb mensen te laat ontslagen en dingen te veel op zijn beloop gelaten.

Maar ik heb ook niet snel genoeg gedelegeerd en te lang gedacht dat ik alles wel helemaal alleen kon doen – niet dus. Pas toen ik met mijn partner in crime Rianne Werring ging samenwerken konden we de enorme achterstand aanpakken.

In het vervolg zou ik sneller mensen aantrekken om te helpen en weet ik inmiddels dat ik niet alles alleen kan en hoef te doen.

3. Marketing, wat is dat?

Als journalist had ik geen bal verstand van marketing. Ik deed maar wat. Slingerde wat stukjes het web op, knalde er een Tweet en een Facebookpost achteraan en vertrouwde erop dat mensen wel kwamen. Ik had geen e-maillijst, en geen manier om echt een band met mijn fans aan te gaan.

Nu zou ik dat echt heel anders doen. Meer connecties aangaan met mensen, een e-maillijst opzetten en niet meer iets het web op slingeren en verwachten dat mensen het wel vinden.

4. Ik liet mezelf niet zien

De site draaide niet om mij, het draaide om de boeken, de verhalen en de auteurs. Daarom is de site altijd vrij anoniem gebleven. Ik had goede connecties met de uitgeverijen en de auteurs, maar de lezers hadden geen idee wie er achter zat. Ik had geen personal brand en was compleet niet zichtbaar.

Ik denk dat dat uiteindelijk ook heeft bijgedragen aan het ondergaan van de site. Doordat veel mensen mij niet kende, niet wisten wie ik was, was misschien de goodwill ook niet zo goed als ik hoopte. Nu zou ik zelf ook veel zichtbaarder zijn en ook achter de schermen delen waar ik mee bezig ben.

5. Ik kan dit

Maar ik heb vooral aan mezelf bewezen dat ik dit kan. Ik had een visie en ik ben er gewoon voor gegaan; alles opzij zetten en knallen.

Ik heb zo verschrikkelijk veel mooie mensen mogen interviewen, sommigen die nu nog steeds de highlights van mijn carrière als interviewer zijn.

Een van de meest memorabele momenten is die keer dat ik Christopher Paoloni (die van Eragon) interviewde compleet stoned van de medicatie met een dubbele bijholte ontsteking.

Met Christopher Paolini tijdens Elfia 2012

Of die ene keer dat Marcel van Driel mijn recensie zijn moment van 2014 noemde.

Stuk voor stuk mooie momenten en ervaringen die ik koester uit die tijd.

Ik ben daarvoor echt extreem dankbaar dat ik aan mezelf heb bewezen dat ik dit kan. En alles wat ik geleerd heb, en meer, ga ik nu toepassen op Impact Less. Moet die zo groot worden als Fantasyboeken.org ooit was? Misschien, misschien niet. Ik heb in ieder geval een duidelijk waarom, een verdienmodel, en ik kan niet wachten tot het groot genoeg wordt om extra mensen aan te trekken om te helpen.

Op Je Lijf Geschreven – Mayra Louise

Er zijn weinig momenten geweest waarop ik echt blij was met mijn lichaam. Die paar keer dat ik een triathlon uitliep was er een van. Die keer dat ik een halve marathon liep weer iets minder. Toen was ik alleen maar teleurgesteld dat mijn conditie niet zo goed was als ik had gehoopt. Ik ben voor zolang ik me kan herinneren streng over mijn eigen lichaam.

Toen het boek ‘Op Je Lijf Geschreven’ van Mayra Louise uitkwam kocht ik het meteen. Ik volg haar helemaal niet, maar ik zag het liggen en het sprak me direct aan. Maar al snel gaf ik het op en belandde het boek ongelezen in de kast. Niet omdat het niet goed was, maar omdat het boek te pijnlijk herkenbaar was.

Als een stevige vrouw, ok dik, heeft Mayra van kinds af aan geworsteld met haar gewicht. Van eetbuien, tot hevig diëten, tot zich onzichtbaar proberen te kleden. Om te komen waar ze nu is, een voorvechter voor body positivity, heeft ze een hele reis afgelegd.

Haar boek is niet alleen een eerlijk verslag van haar reis naar houden van haar lichaam, maar ook een verslag van de reis van andere vrouwen. Na elke hoofdstuk staat een interview met een andere inspirerende vrouw die heeft moeten leren houden van haar lichaam.

Hoewel het boek ook vol staat met tips hoe je zelf een betere relatie met je lichaam krijgt is dit niet de kracht van het boek. De verhalen van de Mayra en de andere vrouwen zijn een echte eyeopener. Ineens voel je: hé ik ben niet alleen. Ik ben niet de enige die hiermee worstelt. En misschien wel de belangrijkste: ik ben niet raar dat ik hiermee worstel, ik ben ok zoals ik ben.

En dat was misschien wel het pijnlijkste om te lezen. De herkenbaarheid in de verhalen, de gemene dingen die je tegen jezelf zegt, de realisatie dat ik nog niet zo ver ben als ik gedacht had. Daarom belandde het boek weer in de kast. Tot ik wel zover was, tot ik het wel kon lezen en de verhalen als inspiratie kon gebruiken om te zien hoe ik meer van mezelf kan gaan leren houden.

Ondersteund met de prachtige foto’s van Aline Bouma is dit echt een schitterend eerlijk boek geworden. Mayra laat echt alles van zichzelf zien in woord en in beeld. Ze windt er geen doekjes om en neemt geen blad voor de mond. En het maakt niet uit of je nou maatje 54 of 36 hebt, dit boek zit vol herkenbare situaties van hoe wij vrouwen naar ons lichaam kijken. Op Je Lijf Geschreven is een must read voor iedere vrouw en ook (zelfs juist) voor opgroeiende en puber meiden.